De Sysselt
 
 
 
regio: Noord- en West-Veluwe en de Gelderse Vallei
gemeente: Ede Sysselt
plaats: Ede
verwervingsjaar: 1954
 
Uitgestrekt golvend boscomplex, doorsneden door beukenlanen,
grenzend aan de Ginkelse Heide.

 
Geo(morfo)logie
 
De Sysselt ligt op de stuwwal die van Wageningen naar Lunteren loopt.
Samen met de Utrechtse Heuvelrug vormt deze stuwwal
een klassiek voorbeeld van een stuwwalboog rond een glaciaal bekken,
namelijk de Gelderse Vallei. In de voorlaatste ijstijd lag er in de Gelderse Vallei
een ijstong die zowel naar voren als naar opzij materiaal opstuwde.
Door erosie door de Rijn is in later tijd het gedeelte
tussen Wageningen en Rhenen verdwenen.
Op de Sysselt ligt een van de hoogste punten van deze stuwwal: 57 m boven N.A.P.
Op de hoogste delen van de Sysselt zijn in later tijden door
overexploitatie van de bodem stuifzanden ontstaan.
Ze zijn nog te herkennen aan de grote vliegdennen.

 
Archeologie
 
In 2002 is op de Sysselt een vuursteenafslag gevonden.
Waarschijnlijk is het voorwerp tussen de 60.000 en 120.000 jaar oud,
de periode tussen de laatste en de voorlaatste ijstijd,
toen er Neanderthalers in Nederland leefden.
Uit latere tijden zijn ook voorwerpen gevonden, zoals pijlpunten uit het steentijdperk,
potscherven uit de late ijzertijd en bronzen spijkers uit de Romeinse tijd.

 
Historische geografie
 
De Sysselt maakte deel uit van het uitgestrekte Moftbos,
dat al in 996 werd vermeld als schenking van graaf Wichman aan het klooster Elten.
Later kwam het Moftbos in handen van de graven, daarna hertogen, van Gelre.
Het strekte zich uit van van de Rijn bij Wageningen, tot aan Ede.
De oostelijke grens werd gevormd door de Renkumse Beek.
De westgrens werd gevormd door de Wildwal van Wageningen naar Lunteren,
die de bouwlanden van de dorpen moest beschermen tegen wildvraat.
In 1427 gaf hertog Arnold een deel van dit bos, dat de naam 'Zijsselt' kreeg,
in leen aan Udo die Boese. Deze was eigenaar van het huis Kernhem ten noorden van Ede.
Sindsdien is de Sysselt eigendom geweest van diverse vooraanstaande Gelderse families,
zoals achtereenvolgens Van Arnhem, Van Wassenaer, Van Heeckeren en de graven Bentinck.
Het oorspronkelijke bos van de Sysselt degradeerde zoals veel Veluwse bossen
in de loop der tijden tot ijl struikbos en heide als gevolg van
teveel hakken en beweiden en te weinig nieuwe aanplant.
De hoogste heuvel in de Sysselt staat in de 17de eeuw op de kaart als Galgenberg.
Een logische plek: op de heide was de galg vanuit het dorp en de wegen goed te zien,
als waarschuwing aan lieden met minder goede bedoelingen.
De karakteristieke gebogen grens met de
Ginkelse hei is de middeleeuwse weg van Ede naar Renkum,
die waarschijnlijk ook toen al de grens tussen Moftbos en heide aangaf.
Door de Sysselt lopen diverse wegen en lanen uit verschillende periodes:
verbindingen over de heide tussen Ede, Kernhem, Manen, Renkum, Bennekom, etc.
Sommige zijn nog in gebruik.
Vanaf het einde van de 18de eeuw begon men het gebied stelselmatig te bebossen,
eerst met eiken, die als hakhout werden benut,
later ook met dennen. In 1891 was de hele Sysselt bebost.
De stroken langs de spoorlijn zijn voormalige brandstroken,
die overbodig werden toen de stoomlocomotieven verdwenen.

 
Verwervings geschiedenis
 
Omdat er zeldzame insekten voorkwamen
en ontginning tot bouwlandjes dreigde werden in 1954
de brandstroken langs de spoorlijn aangekocht van de Staat. In 1967
werd de Sysselt gekocht van gravin Gaetani dell' Aquila d'Aragona,
geboren gravin Aldenburg Bentinck.

 
Flora
 
In de naaldhoutpercelen, die een groot deel van het gebied bedekken,
is weinig ondergroei aanwezig.
De soorten die er voorkomen zijn vrij algemeen.
In de opener en vaak oude dennebossen verjongt berk zich veel.
In de toekomst zal dit bos zich gaan ontwikkelen naar een loofbos.
Door aanplant van wintereik is geprobeerd
het aandeel van deze soort in het gebied te vergoten.
De zomereik en tussenvormen van de twee zijn veel algemener.
Langs de randen van de bossen,
langs de heide en in de oudere loofbossen komen meer struiken en kruiden voor.
Sporadisch groeit er dalkruid en ook zijn
kamperfoelie en adelaarsvaren vertegenwoordigd.
In de heide langs de spoorbaan groeit grote wolfsklauw en gaspeldoorn,
waarvan de gele bloemen een zoete kokosgeur afgeven.

 
Fauna
 
Uit onderzoek blijkt dat de Sysselt zeer rijk is aan nachtvlindersoorten.
Meer dan 200 soorten, met name gebonden aan eik zijn geinventariseerd,
waaronder zeer zeldzame.
Door het ontbreken van grote open terreinen is het aandeel dagvlinders aanzienlijk kleiner.
Langs de spoorbaan en op de heide komt de zandhagedis nog in vrij grote aantallen voor.
Verder leven hier diverse bijzondere insektensoorten,
waaronder Stenobothrus lineatus, een sprinkhaan die vooral in de steppen van Oost-Europa leeft
en een zeldzame mierensoort. Ook is de gladde slang eens gesignaleerd.
Het vermoeden bestaat dat hij vanuit het nabijgelegen
Planken Wambuis het gebied zal kunnen gaan bevolken.
De hazelworm is een vaste bewoner van de oudere bosgedeelten.
Voor vogels en vleermuizen heeft het gebied grote betekenis.
Door het voorkomen van alle fasen van de bosontwikkeling
vinden vele soorten hier een geschikt en gevarieerd leefgebied.
In de oude beukenlanen huist de groene specht en langs de open gedeelten
en in de struiklaag van de bossen wordt de geelgors regelmatig gesignaleerd.
De houtsnip, een schuwe vogel die alleen in de schemering
uit de beschutting van de struiken komt is minder gemakkelijk te vinden.
De vleermuizen worden vertegenwoordigd door onder andere rosse - en grootoorvleermuis.
Daarnaast is er een bevolkte dassenburcht en leven er vossen ,boommarters ,wilde zwijnen ,reeën en edelherten.

 
Visie/ toekomstbeeld
 
Streefbeeld voor de Sysselt is een soortenrijk en structuurrijk aaneengesloten bosgebied
met voornamelijk inheemse boomsoorten.
Binnen die doelstelling zullen de cultuurhistorische relicten
behouden blijven en waar mogelijk hersteld of weer zichtbaar worden gemaakt.
 
 
Het zijn niet de mooiste foto's
maar ik ben ook nog maar een beginneling wat "natuurfotografie" betreft
 
 
 
Rosse Woelmuis
 
 
 
 
Grote bonte specht
 
 
 
 

 
 
 
 
Zwarte Specht
 
 
 
 
 
Reebok
 
 
 
 
Actiefoto
 
 
 
 
Haas, ook niet alledaags meer te zien
 
 
 
 
Zandhagedis
 
 
 
 
Wroetplekken (Wild Zwijn)
 
 
 
 
Een modderbad nemen (zoelen)
 
Het laagje modder dat na het baden op de huid van de wilde zwijnen achterblijft,
biedt bescherming tegen muggen en vliegen.
De huidparasieten drogen op in het modderlaagje
en vallen van de huid af als de wilde zwijnen tegen een boom schuren.
 
 
 
 
Op deze kaal geschuurde bomen zijn vaak achtergebleven haren te vinden.
 
 
 
 
 
Oog in oog met een wild zwijn 30-04-2008
 
 
 
 
 
Deze prachtige dieren worden elk jaar weer masaal afgeschoten
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Wild Zwijn met biggen
 
 
 
 
Copyright © peterjansen.org
 
 
 
track my ip address